
Ahhh... Belgiquesken: dat eeuwige gefoeter tussen 'les Flamouches' en die 'Walenkoppen'. Maar zet een pint op tafel en we zijn weer allemaal Belgen. Plots bruist België weer. Parelt het. Sprankelt het. Klatert het klokkend en schuimend uit een bierfles in een bierglas. In zwart. Geel. En rood.
Voilà, dat is SANS MERCI: in het Wase Stekene gebrouwen door en voor messenvechters zonder genade, maar tegelijk boordevol bierbelgitude. Enfin, door en door Vlaams en pertank toch op z'n Frans. Een compromis? Neenee, den esprit van allebei. En dát, dat proeft ge. Laat hem u smaken. Santé!

Uit liefde voor de letter(en), wild van het woord, en zot van zijn ‘je m’en fous’: een ode aan de koelste ket tussen alfa en omega: de komma.
Omdat hij zo lekker dwijës1 in de weg komt liggen en daar geen punt van maakt, omdat hij de letterenstroom een seconde lam legt en de rush een tel onderbreekt, net lang genoeg om op adem te komen.
“Ho maar,” gebaart hij, terwijl hij zijn staart in de vezels van het blad slaat - een beetje zoals je met je voet naar een barkruk haakt. “Even op ‘t gemaksken. Pakt u ne stoel, zet er u bij en trekt u een goe pintje af.”
Wel, daarom dus: een eerbetoon in water, mout, hop en gist aan de komma. De VIRGULE,
(1 – dwijës= dwars, eigenwijs)






